ECLI:NL:HR:2012:BW3760
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoeken in cassatie met betrekking tot valsheid in geschrifte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1953 en wonende te Zwolle, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling voor valsheid in geschrifte. Het Hof had het verzoek van de verdachte om zeven getuigen te horen afgewezen, omdat de stelling dat er sprake was van persoonsverwisseling te speculatief werd geacht. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de juiste maatstaf had toegepast en dat de afwijzing van het getuigenverzoek voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad concludeerde dat de verdachte niet in zijn verdediging was geschaad door het niet horen van de getuigen, aangezien de getuigen telkens een foto van de verdachte hadden herkend. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van het Hof, waarbij werd benadrukt dat de motivering van het Hof niet onbegrijpelijk was en toereikend was om de afwijzing van het verzoek te dragen. De zaak betreft belangrijke juridische overwegingen met betrekking tot het horen van getuigen en de waarborgen van een eerlijk proces.