(ii) een proces-verbaal van de rechter-commissaris strafzaken in de Rechtbank Zwolle-Lelystad, inhoudende als de op 29 november 2007 afgelegde verklaring van [betrokkene 7]:
"Op 9 mei 2006 heb ik gesproken met 2 rechercheurs. Waarvan 1 een dikke neus heeft en die ik om die reden maar zo verder aanduid en die al vaker bij me was geweest. Hij had dan meestal een andere rechercheur bij zich. Ze kwamen vaker bij mij en waren steeds geïnteresseerd in alle [medeverdachte]s. (...)
Ik heb de dikke neus de eerste keer dat hij bij mij kwam op zijn verzoek alle facturen meegegeven die betrekking hadden op de [medeverdachte]s. Er zijn namelijk veel [medeverdachte]s die bij mij komen. Ik heb toen het computerprogramma de zoekopdracht [medeverdachte] gegeven. Er is 1 jongen [medeverdachte] van 20 jaar waarvan mij later is gebleken dat het de zoon is van de verdachte [medeverdachte] waarvoor ik nu hier bij u ben, die een serieuze klant (geen sjacheraar) is en die bij mij een duurdere Yamaha aerox heeft gekocht en waarvoor ik de factuur met nummer 997124 heb uitgeschreven. Deze factuur zit in het dossier achter mijn verklaring. Die bon slaat dus zeker niet op de [medeverdachte] waarover ik het in mijn verklaring van 9 mei 2006 heb en dat heb ik de dikke neus toen ook op zijn hart gedrukt. Mr. Holtrop vraagt mij: als er in het dossier achter uw verklaring geen facturen zitten van na maart 2004 betekent dat dan dat u na 2004 aan mijn cliënt [medeverdachte] geen brommers meer verkocht hebt? Dat klopt ik verkoop namelijk niets zonder facturen, ook in het geval van sjacheraars die voor de goedkopere koopjes komen schrijf ik altijd een factuur uit. Juist dat zijn de risicogevallen.
In het slot van mijn verklaring in het politiedossier heb ik het erover dat [medeverdachte] altijd met zijn beide zonen kwam. Ik weet zeker dat de serieuze jongen [medeverdachte] van de Yamaha Aerox waarover ik het hierboven heb gehad daar niet bij hoort. Ik twijfel nu ook of de vader van die serieuze jongen [medeverdachte] dezelfde is als de [medeverdachte] die altijd met zijn beide zonen kwam. Dit betekent ook dat ik niet weet of het in mijn politieverklaring over een en dezelfde [medeverdachte] gaat. Ik wijt dit aan het onhandige gedoe van die rechercheur die alles op 1 hoop gooit."
(iii) het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 12 augustus 2008, inhoudende, voor zover hier van belang:
"De getuige geeft op te zijn: [verbalisant 1], [geboortedatum] 1957, sociaal rechercheur, woonplaats kiezende te Zwolle.
De getuige verklaart, zakelijk weergegeven, als volgt:
Ik ben de eerste keer bij getuige [betrokkene 7] geweest in 2001, in het kader van een onderzoek naar een andere [medeverdachte]. Ik kreeg van [betrokkene 7] alle facturen die op naam van [medeverdachte] waren gesteld. Daar bleken toen ook facturen tussen te zitten van een [medeverdachte], wonende aan de [g-straat]. Ik heb later [betrokkene 7] voor derde keer gehoord. Ik heb hem daarbij ook een foto getoond van verdachte. Hij heeft toen zijn verklaring afgelegd.
Er was bij [betrokkene 7] geen verwarring over de vraag over wie hij een verklaring aflegde. Ik kan het verschil zien tussen verdachte en zijn broer.
Om geen vergissing mogelijk te maken, vragen we bij een onderzoek een foto op. [betrokkene 7] wist heel goed dat wij onderzoek deden naar verschillende [medeverdachte]s. Ik heb [betrokkene 7] gehoord en de foto getoond. Ik kan er verder niet veel over zeggen, dat hij is teruggekomen op zijn verklaring. [betrokkene 7] heeft destijds niet getwijfeld over de getoonde foto. Hij heeft ook niet gezegd: "hij lijkt op zijn broer", of iets dergelijks.
Ik heb één keer, in januari 2006, facturen ontvangen. [betrokkene 7] heeft toen gewoon gezocht op "[medeverdachte]-Zwolle". Ik heb de facturen die ik toen van [betrokkene 7] kreeg uit elkaar gehaald en gesorteerd op verschillende [medeverdachte]s. Ik ben daarna, zoals gezegd, in mei 2006 nog een keer bij [betrokkene 7] geweest."