ECLI:NL:HR:2012:BW3700
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechtmatige uitoefening van politieambtenaren en tenuitvoerlegging van straf
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarin de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk mishandelen van een politieambtenaar tijdens de rechtmatige uitoefening van diens bediening. De Hoge Raad behandelt de vraag of de aanhouding van de verdachte rechtmatig was en of de opgelegde straf correct is gemotiveerd. De verdachte is op 9 maart 2008 in Nijmegen aangehouden door politieambtenaren die op dat moment op weg waren naar een melding van een aanval op ambulancemedewerkers. Het Hof oordeelt dat de politieambtenaren zich in de rechtmatige uitoefening van hun bediening bevonden, omdat zij direct na de melding van de aanval naar de plaats delict zijn gegaan en de verdachte kort na het vertrek van de ambulance hebben aangehouden. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld over de rechtmatigheid van de aanhouding. Daarnaast wordt de motivering van het Hof over de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf besproken. De Hoge Raad benadrukt dat de strafrechter een niet-bindend advies kan geven over de wijze van tenuitvoerlegging, maar niet bindend kan beslissen. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het Hof in stand blijft.