ECLI:NL:HR:2012:BW3210

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01425
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadeplicht wegens niet-nakoming koopoptie in huurovereenkomst

In deze zaak heeft RAM Properties B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had eerder een vonnis van de kantonrechter bevestigd, waarin werd geoordeeld over de schadeplicht van RAM Properties wegens niet-nakoming van een koopoptie in een huurovereenkomst. De feiten van de zaak zijn als volgt: de kantonrechter te Amsterdam heeft op 13 november 2008 en 15 juni 2009 vonnissen gewezen in de zaak CV 08-25787. Het gerechtshof te Amsterdam heeft op 14 december 2010 een arrest gewezen in de zaak 200.042.618/01, dat door de Hoge Raad is gehecht aan het arrest in cassatie. De verweerder in deze zaak is niet verschenen, en er is verstek verleend tegen hem. De advocaat van RAM Properties heeft de zaak toegelicht. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 RO. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en RAM Properties veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

15 juni 2012
Eerste Kamer
11/01425
DV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
RAM PROPERTIES B.V.,
gevestigd te Almere,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. H.H.M. Meijroos, thans mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als RAM Properties en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak CV 08-25787 van de kantonrechter te Amsterdam van 13 november 2008 en 15 juni 2009;
b. het arrest in de zaak 200.042.618/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 14 december 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft RAM Properties beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor RAM Properties toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt RAM Properties in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 15 juni 2012.