ECLI:NL:HR:2012:BW2470

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02675 P
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid in cassatie bij niet indienen middelen

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat is ingesteld door de betrokkene tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De uitspraak van het hof, gedateerd 1 november 2005, betrof een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene, geboren in 1981 en wonende te [woonplaats], heeft geen middelen van cassatie ingediend binnen de wettelijk gestelde termijn. De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 17 april 2012 geoordeeld dat de betrokkene niet kan worden ontvangen in het beroep, omdat hij niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 437, tweede lid, in verbinding met artikel 511h van het Wetboek van Strafvordering. Dit houdt in dat de betrokkene niet binnen de gestelde termijn een schriftuur met middelen van cassatie heeft ingediend door een raadsman. Hierdoor is de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie niet gewaarborgd.

De Hoge Raad heeft de betrokkene derhalve niet-ontvankelijk verklaard in het beroep, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

17 april 2012
Strafkamer
nr. S 10/02675
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 november 2005, nummer 24/000356-04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[Betrokkene], geboren te [geboortedatum] op [geboortedatum] 1981, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, in verbinding met art. 511h Sv, zodat de betrokkene in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 17 april 2012.