ECLI:NL:HR:2012:BW2167

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00890
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de totstandkoming van een bemiddelingsovereenkomst en wilsvertrouwensleer

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de vraag of er een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen tussen de partijen, Trogon B.V. en de Nederlandsche Maatschappij van Levensverzekering Conservatrix N.V. De Hoge Raad heeft op 13 april 2012 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties. De zaak is gestart met een beroep in cassatie door Trogon en een tweede eiser, die in de uitspraak als [eiser 2] wordt aangeduid. De advocaten van de eisers hebben hun standpunten toegelicht, waarbij ook de conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink is betrokken, die adviseerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet leiden tot cassatie en dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een specificatie van de kosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

13 april 2012
Eerste Kamer
11/00890
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. TROGON B.V.,
gevestigd te Veldhoven,
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LEVENSVERZEKERING CONSERVATRIX N.V.,
gevestigd te Baarn,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.S. Meijer en mr. M.M. Stolp.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Trogon, [eiser 2] en Conservatrix.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 218688/HA ZA 06-2166 van de rechtbank Utrecht van 29 november 2006 en 10 oktober 2007;
b. de arresten in de zaak 104.004.456 van het gerechtshof te Amsterdam van 3 februari 2009 en 24 augustus 2010.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof hebben Trogon en [eiser 2] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Conservatrix heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Conservatrix mede door mr. P.A. Fruytier, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Trogon en [eiser 2] heeft bij brief van 9 maart 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Trogon en [eiser 2] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Conservatrix begroot op € 5.965,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 april 2012.