ECLI:NL:HR:2012:BW2167
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de totstandkoming van een bemiddelingsovereenkomst en wilsvertrouwensleer
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de vraag of er een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen tussen de partijen, Trogon B.V. en de Nederlandsche Maatschappij van Levensverzekering Conservatrix N.V. De Hoge Raad heeft op 13 april 2012 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties. De zaak is gestart met een beroep in cassatie door Trogon en een tweede eiser, die in de uitspraak als [eiser 2] wordt aangeduid. De advocaten van de eisers hebben hun standpunten toegelicht, waarbij ook de conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink is betrokken, die adviseerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet leiden tot cassatie en dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een specificatie van de kosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.