ECLI:NL:HR:2012:BW1285
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over koopovereenkomst en bewijsopdracht in een geschil tussen Westlandse Plantenkwekerij B.V. en Société Marachaire de l'Ouest
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Westlandse Plantenkwekerij B.V. (WPK) en Société Marachaire de l'Ouest, handelend onder de naam S.i.c.a. Saveol. WPK, de eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 19 januari 2010 en 7 september 2010 zijn gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en de arresten van het hof, die aan het arrest zijn gehecht. Saveol, de verweerder in cassatie, is niet verschenen in deze procedure.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was om het beroep van WPK te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is WPK in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Saveol zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Deze uitspraak heeft betrekking op de juridische aspecten van koopovereenkomsten en de verdeling van de bewijslast, en biedt inzicht in de toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).