ECLI:NL:HR:2012:BW1271
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging arbitraal vonnis en de totstandkoming van een koop/aannemingsovereenkomst met arbitraal beding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vernietiging van een arbitraal vonnis. Eiser 1 en Eiseres 2, beiden wonende te [woonplaats], hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de vraag wie partij is bij een koop/aannemingsovereenkomst waarin een arbitraal beding is opgenomen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest verwezen naar de relevante artikelen van de wet, waaronder artikel 1065 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat de gronden voor vernietiging van een arbitraal vonnis regelt. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. Het arrest is openbaar uitgesproken door vice-president W.A.M. van Schendel, en de in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.