ECLI:NL:HR:2012:BW0647
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot horen van getuigen in cassatieprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1971 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak. De verdediging had een verzoek ingediend om getuigen te horen, gebaseerd op de artikelen 328, 331 en 415 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit verzoek was gedaan onder de voorwaarde dat het Hof de verdachte niet zou vrijspreken van het tenlastegelegde. De Hoge Raad oordeelde dat de aan dit verzoek verbonden voorwaarde was vervuld, en dat er een uitdrukkelijke beslissing op het verzoek vereist was. Het Hof had echter verzuimd om een beslissing te geven op het verzoek van de verdediging, wat volgens de Hoge Raad tot nietigheid van de uitspraak leidde. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat de zaak opnieuw kon worden berecht en afgedaan. De Advocaat-Generaal Vellinga had eerder geconcludeerd tot vernietiging van het arrest en terugwijzing van de zaak. De Hoge Raad bevestigde dat het verzuim van het Hof om op het verzoek te beslissen, de uitspraak ongeldig maakte.