ECLI:NL:HR:2012:BW0243
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake kinderalimentatie en draagkracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende kinderalimentatie en de omvang van schulden en draagkracht. De zaak is gestart door de vrouw, die in cassatie ging tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. de Boorder, verzocht om cassatie van de beschikking van het hof, die op 20 april 2011 was gegeven. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool, heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank en het hof, en stelt vast dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beslissing van het hof bevestigt en het beroep van de vrouw verwerpt.
De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op de vaststelling van kinderalimentatie en de beoordeling van de draagkracht van de ouders.