ECLI:NL:HR:2012:BW0241
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van de beslagvrije voet door niet in Nederland wonende schuldenaar
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij een verzoeker, wonende in Portugal, de Hoge Raad heeft verzocht om de beslagvrije voet vast te stellen. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De curator, mr. Pieter Cornelis van As, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Recon Aannemingsbedrijf B.V., heeft verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren of, indien ontvankelijk, ongegrond. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de verzoeker niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de verzoeker bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 339,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De beschikking is openbaar uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel.