Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Breda. De Rechtbank had op 1 april 2011 uitspraak gedaan in de zaken met nummers AWB 10/2340 en AWB 10/02341, waarin het ging om naheffingsaanslagen in de omzetbelasting die aan de belanghebbende waren opgelegd, alsook de daarbij behorende boetebeschikkingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de belanghebbende tegen de eerdere uitspraak van de Rechtbank. De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat de eerdere uitspraak van de Rechtbank in stand blijft, en dat de belanghebbende geen verdere rechtsmiddelen kan aanwenden in deze zaak. Deze uitspraak heeft implicaties voor de rechtspositie van de belanghebbende en bevestigt de noodzaak voor zorgvuldige procesvoering in belastingzaken.