ECLI:NL:HR:2012:BV9863

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/05662
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om toelating tot schuldsanering in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 april 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van verzoekster tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het cassatieberoep was ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek om toelating tot schuldsanering, zoals geregeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 17 oktober 2011 en een arrest van het hof van 20 december 2011. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

6 april 2012
Eerste Kamer
11/05662
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. M. de Boorder.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 383871/FT-EA 11.1881 van de rechtbank Rotterdam van 17 oktober 2011,
b. het arrest in de zaak 200.095.964/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 december 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 6 april 2012.