Hoge Raad
Op 23 maart 2012 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X te Z behandeld, waarbij het ging om de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 juni 2011, nr. 10/00459. Deze zaak betrof beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de daaruit voortvloeiende aanslagen in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een afwijzing van het cassatieberoep, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat er geen aanleiding is om de uitspraak van het Gerechtshof te herzien. De uitspraak van het Gerechtshof had betrekking op de waardering van onroerende zaken, een belangrijk aspect binnen het bestuursrecht en belastingrecht, en de daaruit voortvloeiende belastingaanslagen. De beslissing van de Hoge Raad heeft implicaties voor de betrokken partijen en kan ook bredere gevolgen hebben voor de rechtspraktijk met betrekking tot de waardering van onroerende zaken en de heffing van onroerendezaakbelastingen.