ECLI:NL:HR:2012:BV9623
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake voorlopige aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, wonende te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Gerechtshof had op 4 mei 2011 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/00727, waarin het ging om een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen, alsook een voorlopige aanslag ingevolge de Ziekenfondswet. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan, wat gebruikelijk is in gevallen waarin de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak geen verdere behandeling behoeft. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de voorlopige aanslagen blijven van kracht. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht geeft in de toepassing van cassatieprocedures en de rol van de Hoge Raad in belastingzaken.