ECLI:NL:HR:2012:BV9600
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over executoriaal derdenbeslag en toepassing van art. 479a Rv
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende executoriaal derdenbeslag. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.Th.R.F. Carli, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest was eerder gewezen op 21 september 2010 en was aan de Hoge Raad gehecht. De verweerster, die niet verschenen was, woonde te [woonplaats]. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Utrecht van 28 november 2007 en 4 maart 2009, die relevant zijn voor het verloop van het geding in feitelijke instanties.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.