ECLI:NL:HR:2012:BV9234

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00983
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over laster en bewijsvoering in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor laster, zoals vastgelegd in artikel 262 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had uitlatingen gedaan over [betrokkene 1], een horeca coördinator bij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, die volgens het Hof onterecht waren en de eer en goede naam van [betrokkene 1] hadden aangetast. De verdachte had op zijn internetsite geschriften geplaatst waarin hij beschuldigingen uitte over [betrokkene 1], zonder bewijs voor zijn claims te leveren. De Hoge Raad oordeelde dat de enkele verklaring van de verdachte dat hij geen bewijs had voor de waarheid van zijn uitlatingen onvoldoende was om de bewezenverklaring te ondersteunen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de beslissingen met betrekking tot het tweede feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling in het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de veroordeling in stand bleven.

Uitspraak

8 mei 2012
Strafkamer
nr. S 10/00983
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 februari 2010, nummer 22/003010-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.G. Cantarella, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor zover die betrekking heeft op feit 2 en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring van feit 2 ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.1. Het Hof heeft ten laste van de verdachte onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 01 november 2007 tot [en] met 31 januari 2008 te Nieuwerkerk ad IJssel, opzettelijk, door middel van verspreiding van geschriften, de eer en de goede naam van [betrokkene 1], werkzaam bij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond als horeca coördinator in district Oost heeft aangerand door telastlegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel geschriften op verdachtes internetsite: www.[...].nl geplaatst, met daarin (onder meer) de tekst:
- "Het is dus zo gegaan dat ik geen vergunning kreeg voor een andere zaak omdat de [betrokkene 1] een valse aangifte in de politie computer heeft gezet" en/of
- "Op zich een heel vriendelijke man, tot dat hij met zeer racistische verhalen komt op draven en gaat praten over hoe hij alles in de hand heb en dat hij, zo als hij zelf zegt, boven de wet staat in Rotterdam",terwijl verdachte wist dat deze telastegelegde feiten in strijd met de waarheid waren."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt, voor zover hier van belang, op de volgende bewijsmiddelen:
"1. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 3 juni 2009 verklaard -zakelijk weergegeven-:
Het klopt dat ik het verhaal over [betrokkene 1] en [betrokkene 2] op de internetsite www.[...].nl heb geplaatst.
2. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 28 januari 2010 verklaard -zakelijk weergegeven-:
Ik heb geen bewijs dat de in de tenlastelegging opgenomen uitlatingen op waarheid berusten.
5. Een geschrift, zijnde een kopie van de uitdraai van een printscreen van de op de internetsite
www.[...].nl gepubliceerde tekst genoemd "Het verhaal", (...)welk geschrift - zakelijk weergegeven - onder meer inhoudt:
Het Verhaal
Ik ben gewoon de dupe geworden van een corrupt systeem ambtenaren die het naar mijn mening heel goed gedaan zouden hebben in '40-'45. (...)
Het is dus zo gegaan dat ik geen vergunning kreeg voor een andere zaak omdat de [betrokkene 1] een (valse) aangifte in de politie computer heeft gezet.
7. Een geschrift, zijnde een kopie van de uitdraai van een printscreen van de op de internetsite
www.[...].nl gepubliceerde tekst genoemd "Het Verhaal, Uitleg [betrokkene 1]", (...) welk geschrift - zakelijk weergegeven - onder meer inhoudt:
Het Verhaal
Uitleg
[Betrokkene 1]
Op zich een heel vriendelijke man, tot dat hij met zeer racistische verhalen komt op draven en gaat praten over hoe hij alles in de hand heb en dat hij, zo als hij zelf zegt, boven de wet staat in Rotterdam.
Maar zoals een gladde aal betaamd wist hij zich er goed van af te maken. "Dus ook voor dit persoon geld, kruisen met een varken en nooit meer vervoeren"."
2.2.3. Het Hof heeft in het bestreden arrest nog het volgende overwogen:
"Ten slotte bepleit de raadsman vrijspraak voor het onder 2 tenlastegelegde, nu de onder dat feit tenlastegelegde uitlatingen naar de mening van de verdachte op waarheid zijn gestoeld. Nu die stelling ter terechtzitting in hoger beroep niet aannemelijk is geworden, verwerpt het hof reeds om die reden dit verweer."
2.3. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet zonder meer volgen dat de verdachte wist dat de in de bewezenverklaring van feit 2 genoemde uitlatingen in strijd met de waarheid waren, zoals door het Hof is bewezenverklaard. De enkele omstandigheid dat de verdachte heeft verklaard geen bewijs te hebben "dat de in de tenlastelegging opgenomen uitlatingen op waarheid berusten", is daarvoor onvoldoende. De bewezenverklaring is in zoverre dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Voor zover het middel daarover klaagt, is het terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken op 8 mei 2012.