ECLI:NL:HR:2012:BV9234
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over laster en bewijsvoering in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor laster, zoals vastgelegd in artikel 262 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had uitlatingen gedaan over [betrokkene 1], een horeca coördinator bij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, die volgens het Hof onterecht waren en de eer en goede naam van [betrokkene 1] hadden aangetast. De verdachte had op zijn internetsite geschriften geplaatst waarin hij beschuldigingen uitte over [betrokkene 1], zonder bewijs voor zijn claims te leveren. De Hoge Raad oordeelde dat de enkele verklaring van de verdachte dat hij geen bewijs had voor de waarheid van zijn uitlatingen onvoldoende was om de bewezenverklaring te ondersteunen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de beslissingen met betrekking tot het tweede feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling in het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de veroordeling in stand bleven.