ECLI:NL:HR:2012:BV9227
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beslag en verbeurdverklaring van inbeslaggenomen auto
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een beschikking van de Rechtbank te Almelo. De zaak betreft een klaagschrift van de klager, die de teruggave van een inbeslaggenomen Mercedes Benz en een geldbedrag van € 94.000,- vorderde. De Rechtbank had het klaagschrift ongegrond verklaard, met de overweging dat er ernstige aanwijzingen waren dat de klager zich had schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan (schuld)witwassen. De klager had verklaard geen eigenaar van de auto te zijn, maar deze enkel te gebruiken. De Rechtbank oordeelde dat het niet onaannemelijk was dat de strafrechter later de verbeurdverklaring van de auto zou bevelen, wat leidde tot het voortduren van het beslag.
De Hoge Raad herhaalde de maatstaf uit een eerdere uitspraak en oordeelde dat het oordeel van de Rechtbank niet begrijpelijk was, gezien de verklaring van de klager over het eigendom van de auto. De Hoge Raad vernietigde de bestreden beschikking, maar uitsluitend wat betreft de beslissing over de inbeslaggenomen auto, en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor een nieuwe behandeling. Voor het overige werd het beroep verworpen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke motivering door de Rechtbank bij het oordeel over het voortduren van beslag en de verbeurdverklaring.