ECLI:NL:HR:2012:BV9184
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Bewijsuitsluiting bij verzuim advocaatconsultatie in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was in deze strafzaak aangeklaagd voor het voorhanden hebben van een gestolen fiets en voor poging tot zware mishandeling van zijn vader. De verdachte had tijdens zijn politieverhoor verklaringen afgelegd zonder dat hij voorafgaand aan het verhoor in de gelegenheid was gesteld een advocaat te raadplegen. De raadsman van de verdachte voerde aan dat deze verklaringen niet als bewijs mochten worden gebruikt, verwijzend naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Salduz v. Turkije.
Het Hof had echter geoordeeld dat, ondanks het verzuim, de verklaringen van de verdachte voor het bewijs konden worden gebruikt, omdat de raadsman in de procedure geen inhoudelijke betwisting had gedaan van de verklaringen van de verdachte. De Hoge Raad heeft deze beslissing van het Hof vernietigd, omdat het verzuim van de advocaatconsultatie in beginsel leidt tot bewijsuitsluiting, tenzij er sprake is van uitzonderingen die in deze zaak niet van toepassing waren. De Hoge Raad benadrukte dat het recht op een advocaat essentieel is en dat het niet bieden van deze gelegenheid aan de verdachte een ernstige schending van de procesrechten vormt.
De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad. Dit arrest onderstreept het belang van het recht op juridische bijstand en de gevolgen van het niet naleven van dit recht voor de bewijsvoering in strafzaken.