ECLI:NL:HR:2012:BV9068
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake overschrijding redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 6 mei 2010 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1985. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak op 17 april 2012 behandeld en zich gebogen over de middelen die door de verdachte zijn ingediend.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de eerste en tweede middelen verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de middelen geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling met zich meebrachten, zoals vereist volgens artikel 81 RO. De Hoge Raad heeft vervolgens het derde middel beoordeeld, dat betrekking had op de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Dit middel werd gegrond bevonden, omdat de stukken te laat door het Hof waren ingezonden.
Desondanks heeft de Hoge Raad besloten dat er geen rechtsgevolg aan deze overschrijding verbonden hoeft te worden, gezien de opgelegde taakstraf van zestig uren en de mate van overschrijding van de redelijke termijn. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.