ECLI:NL:HR:2012:BV8203
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- C.H.W.M. Sterk
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en toepassing tonnageregeling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X Holding B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 juni 2011, betreffende een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting over het jaar 2006. De Inspecteur had de navorderingsaanslag gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat belanghebbende, als moedermaatschappij van een fiscale eenheid, niet kan worden aangemerkt als exploitant van een schip in de zin van artikel 3.22 van de Wet inkomstenbelasting 2001. De werkzaamheden van de dochtermaatschappijen A B.V. en B B.V. zijn niet aan te merken als 'exploitatie van een schip' of daarmee 'direct samenhangend'. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van belanghebbende falen, omdat het Hof geen onjuiste maatstaf heeft gehanteerd in zijn oordeel.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2012.