ECLI:NL:HR:2012:BV7507

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03109
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • Y. Buruma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak verdachte gedetineerd in PI Utrecht

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 december 2010 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Utrecht, locatie Nieuwegein'. De verdachte, geboren in 1974, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M. t'Sas, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur met het cassatiemiddel is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, heeft op 3 april 2012 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het cassatiemiddel kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat, gezien artikel 81 RO, er geen nadere motivering nodig was, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De beslissing van de Hoge Raad was dus om het beroep te verwerpen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand bleef. Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van cassatie en de vereisten voor het indienen van cassatiemiddelen verduidelijkt.

Uitspraak

3 april 2012
Strafkamer
nr. S 11/03109
VSI/RP
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te 's-Hertogenbosch, van 23 december 2010, nummer 20/001475-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte 6], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Utrecht, locatie Nieuwegein" te Nieuwegein.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M. t'Sas, advocaat te Wijk bij Duurstede, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 3 april 2012.