ECLI:NL:HR:2012:BV7504

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01510
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • Y. Buruma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake getuigenverklaring en bewijsoverweging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 december 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1973 en ten tijde van de betekening gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden', heeft beroep in cassatie ingesteld. De advocaat van de verdachte, mr. M.J.N. Vermeij, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de zaak op 3 april 2012 behandeld en zich gericht op de beoordeling van de middelen. Het derde middel klaagt dat het Hof de verklaring van getuige P.J. van Ispelen in een bewijsoverweging heeft gedenatureerd. De Hoge Raad oordeelt dat, op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal, het middel niet tot cassatie kan leiden. De overige middelen worden eveneens verworpen, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het Gerechtshof. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

3 april 2012
Strafkamer
nr. S 11/01510
VSI/ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te 's-Hertogenbosch, van
23 december 2010, nummer 20/001473-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte 4], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Haaglanden, locatie Zoetermeer" te Zoetermeer.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J.N. Vermeij, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het derde middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof in een bewijsoverweging op een tweetal onderdelen de verklaring van de getuige P.J. van Ispelen heeft gedenatureerd.
2.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.2 kan het middel niet tot cassatie leiden.
3. Beoordeling van de overige middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 3 april 2012.