ECLI:NL:HR:2012:BV7504
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake getuigenverklaring en bewijsoverweging
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 december 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1973 en ten tijde van de betekening gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden', heeft beroep in cassatie ingesteld. De advocaat van de verdachte, mr. M.J.N. Vermeij, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak op 3 april 2012 behandeld en zich gericht op de beoordeling van de middelen. Het derde middel klaagt dat het Hof de verklaring van getuige P.J. van Ispelen in een bewijsoverweging heeft gedenatureerd. De Hoge Raad oordeelt dat, op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal, het middel niet tot cassatie kan leiden. De overige middelen worden eveneens verworpen, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het Gerechtshof. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.