ECLI:NL:HR:2012:BV7049

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05003
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake rijden zonder verzekering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1970 en wonende te [woonplaats], was in hoger beroep veroordeeld voor het rijden zonder verzekering op 16 juni 2007 te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer. De Hoge Raad ontving het beroep in cassatie, ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. B.P. de Boer. De Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof.

De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het Hof onvoldoende gemotiveerd was. De verdachte was beschuldigd van het rijden met een personenauto zonder dat er een verzekering was afgesloten volgens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. De bewijsvoering, die onder andere bestond uit een proces-verbaal van de bevoegde opsporingsambtenaar en een lijst met kenteken gegevens, voldeed niet aan de eisen van de wet. De Hoge Raad concludeerde dat uit de bewijsstukken niet kon worden afgeleid dat de verdachte daadwerkelijk had gereden met het voertuig in kwestie.

Daarom vernietigde de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat deze opnieuw kon worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen waar de vrijheid van de verdachte op het spel staat.

Uitspraak

3 april 2012
Strafkamer
nr. S 10/05003
IV/MSP
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 november 2009, nummer 23/002400-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd.
3.2. Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"hij op 16 juni 2007 te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, gekentekend [AA-00-BB], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Raasdorperweg, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden."
3.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"2. Een proces-verbaal met nummer 16.06.2007.1530.04714 van 25 juli 2007 opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisant (zakelijk weergegeven):
Ik, [verbalisant 1], zag en constateerde, dat een persoon als bestuurder van een motorrijtuig, (naar het hof begrijpt: niet) zijnde een bromfiets, zonder dat daarvoor de vereiste verzekering was afgesloten en in stand was gehouden, daarmee op de weg stond.
Overtredingsgegevens
Datum: 16 juni 2007 omstreeks 15.30 uur
Plaats: Lijnden, gemeente Haarlemmermeer
Locatie: Raasdorperweg, een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Voertuig: personenauto merk: Opel
Kenteken: [AA-00-BB]
Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij, daarnaar gevraagd, de volgende persoonsgegevens:
Naam: [verdachte]
Voorletters: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum]1970
Adres: [a-straat 1], [0000 AA woonplaats]
Nadat ik de verdachte had meegedeeld niet tot antwoorden te zijn verplicht, verklaarde deze: geen verklaring.
3. Een geschrift, zijnde een lijst tonen kenteken gegevens KTR van 19 februari 2008, 14.48 uur, inhoudende, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Peildatum: 16 juni 2007
Tijd: 15.30 uur
Kenteken: [AA-00-BB]
Merk: Opel
Type: Kadett Hatchback 1.8 GSI
Chassisnummer: [001]
Eigenaar: [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1970
Adres: [a-straat 1], [0000 AA woonplaats]
Geen verzekeringsgegevens op peildatum."
3.4. Aangezien de bewezenverklaring, voor zover inhoudende dat de verdachte met de in de bewezenverklaring bedoelde personenauto op de voor het openbaar verkeer openstaande weg "heeft gereden" zonder dat voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden, niet kan worden afgeleid uit de inhoud van de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen, is de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
3.5. Het middel slaagt.
4. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 3 april 2012.