ECLI:NL:HR:2012:BV6821
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontheffing ouderlijk gezag in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot (gedwongen) ontheffing van het ouderlijk gezag. De zaak is gestart door de moeder, die in cassatie ging tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 juni 2010. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, verzocht om herziening van de eerdere beslissingen van de rechtbank Rotterdam en het hof. De Raad voor de Kinderbescherming, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, was de verweerder in deze procedure. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof bevestigd en het beroep van de moeder verworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was dat het beroep moest worden verworpen, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.