ECLI:NL:HR:2012:BV6733
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en boetebeschikkingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende, X te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 februari 2011. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting over de jaren 1991 tot en met 1998, waarbij aan belanghebbende verhogingen van honderd procent zijn opgelegd zonder mogelijkheid tot kwijtschelding. Daarnaast zijn er navorderingsaanslagen en boeten opgelegd voor de jaren 1999 en 2000, met heffingsrente in rekening gebracht. De Inspecteur heeft de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Hof heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de navorderingsaanslagen, boeten en heffingsrente verminderd, waarbij gedeeltelijke kwijtschelding van de verhogingen is verleend. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, specifiek wat betreft de verhogingen voor de jaren 1991 tot en met 1998 en de opgelegde boeten voor de jaren 1999 en 2000. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 874, en is het verzoek van belanghebbende om kostenvergoeding in verband met het ingetrokken beroep van de Staatssecretaris afgewezen. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen ook verwezen naar eerdere jurisprudentie met betrekking tot de beoordeling van boeten en de omstandigheden waaronder deze opgelegd zijn.