ECLI:NL:HR:2012:BV6687
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de totstandkoming van een overeenkomst van aanneming in het kader van aanbesteding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Stichting Vivare en een verweerster in een incidenteel cassatieberoep. De zaak betreft de totstandkoming van een overeenkomst van aanneming in het kader van een aanbesteding voor een woningbouwproject, genaamd 'Tussen de Lanen', dat door Vivare onderhands is aanbesteed. De verweerster had een aanbieding gedaan voor de tweede bouwfase, maar stelde dat deze aanbieding na het verstrijken van de gestanddoeningstermijn was vervallen, omdat zij geen schriftelijke opdracht had ontvangen van Vivare, zoals vereist door artikel 25 lid 2 van het Uniform Aanbestedingsreglement 2001 (UAR 2001). Vivare betwistte dit en stelde dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand was gekomen voor het gehele project, inclusief bouwfase 2.
De rechtbank Arnhem had in een eerder vonnis de vordering van de verweerster tot schadevergoeding afgewezen, maar de Hoge Raad oordeelde dat de tekst van artikel 25 lid 2 UAR 2001 onmiskenbaar vereist dat de opdracht door de aanbesteder geschiedt door middel van een schriftelijke mededeling. De Hoge Raad concludeerde dat, aangezien Vivare geen schriftelijke opdracht had gegeven, de overeenkomst voor bouwfase 2 niet tot stand was gekomen. De Hoge Raad verwierp zowel het principale als het incidentele beroep, maar besloot om Vivare in de kosten van het geding in cassatie te veroordelen. Dit arrest benadrukt het belang van schriftelijke mededelingen in aanbestedingsprocedures en de rechtszekerheid die daarmee gepaard gaat.