ECLI:NL:HR:2012:BV6685
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toekenning eenhoofdig gezag in het kader van familierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de toekenning van eenhoofdig gezag. De vader, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, die op 28 juni 2011 was gegeven. De moeder, verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat-generaal P. Vlas adviseerde eveneens tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof bevestigd en het beroep van de vader verworpen. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven, waarbij de andere raadsheren F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion betrokken waren.