ECLI:NL:HR:2012:BV5555
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Kwalitatieve rechten en bouwbeperkingen bij overdracht van onroerend goed
In deze zaak gaat het om de vraag of kwalitatieve rechten voortvloeien uit een bouwbeperkingsbeding dat is opgenomen in een koopovereenkomst en of deze rechten overgaan op een nieuwe eigenaar van een aangrenzend pand. De Hoge Raad behandelt een cassatieberoep van [eiseres 1] en [eiser 2] tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De feiten van de zaak zijn als volgt: [betrokkene 1] verkocht in 1992 een pand aan [verweerder], waarbij een aantal afspraken werden gemaakt over de bouwmogelijkheden van het pand. In 2004 verkocht [betrokkene 1] het aangrenzende pand aan zijn dochter, [eiseres 1]. [Verweerder] heeft later het pand aan zijn zoon verkocht, die van plan was om te verbouwen. [Eiseres 1] en haar echtgenoot stelden dat deze verbouwing in strijd was met de eerder gemaakte afspraken en vorderden schadevergoeding. De rechtbank oordeelde in het voordeel van [eiseres 1], maar het hof vernietigde dit vonnis en wees de vordering af. Het hof oordeelde dat er geen kwalitatieve rechten waren ontstaan die overgingen op [eiseres 1]. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en oordeelde dat kwalitatieve rechten ook zonder inschrijving in openbare registers kunnen ontstaan en dat de uitleg van het hof onbegrijpelijk was. De zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.