ECLI:NL:HR:2012:BV5553
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over dwangsommen wegens niet-nakomen omgangsregeling en informatieplicht
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een executiegeschil waarin de moeder, eiseres tot cassatie, en de vader, verweerder in cassatie, betrokken zijn. De moeder heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 december 2010 is gewezen. Dit arrest volgde op een vonnis van de voorzieningenrechter te Haarlem van 25 mei 2010. De moeder stelt dat de vader zich niet houdt aan de omgangsregeling en de informatieplicht, wat heeft geleid tot verbeurde dwangsommen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en de stukken die aan het arrest zijn gehecht, waaronder de cassatiedagvaarding.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die strekt tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die door de moeder zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de moeder. Het arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven op 30 maart 2012.