ECLI:NL:HR:2012:BV5042
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen en boeten in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 1991 tot en met 2000. De belanghebbende, aangeduid als X te Z, had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen die waren opgelegd door de Inspecteur, waarbij een verhoging van honderd procent was toegepast zonder mogelijkheid tot kwijtschelding. Daarnaast waren er boeten opgelegd en was heffingsrente in rekening gebracht. De Inspecteur had de navorderingsaanslagen en boeten gehandhaafd, maar het Gerechtshof te Amsterdam verklaarde de beroepen van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur, waarbij de navorderingsaanslagen en boeten werden verminderd en gedeeltelijk kwijtgescholden.
Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft ook beroep in cassatie ingesteld, maar dit later ingetrokken. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en verklaarde het beroep in cassatie van de belanghebbende gegrond. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof voor wat betreft de verhogingen en boeten en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.
De Hoge Raad benadrukte dat het verwijzingshof moet beoordelen of de Inspecteur het bewijs heeft geleverd dat de belanghebbende de feiten heeft begaan die tot de boetes hebben geleid, en of de opgelegde boeten passend zijn in de gegeven omstandigheden. Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, vooral in het kader van de beoordeling van boeten en navorderingsaanslagen in belastingzaken.