ECLI:NL:HR:2012:BV3807
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens verzekeringsplicht motorrijtuigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2012 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Kantonrechter in 's-Gravenhage. De aanvrager, geboren in 1941, was eerder veroordeeld tot twee weken hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van zes maanden. Deze veroordeling was gebaseerd op het niet sluiten en in stand houden van een verzekering voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs was afgegeven. De aanvrager stelde dat hij afstand had gedaan van het motorrijtuig, dat op 28 augustus 2004 in Duitsland in beslag was genomen, en dat deze informatie niet bekend was tijdens het eerdere proces. Hij betoogde dat, indien deze feiten bekend waren geweest, het onderzoek zou hebben geleid tot vrijspraak of een minder zware straf.
De Hoge Raad overwoog dat de verzekeringsplicht van de kentekenhouder voortduurt zolang het kenteken niet is geschorst. De aanvrager had na de inbeslagname afstand gedaan van het voertuig, maar dit deed de verzekeringsplicht niet vervallen. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage tot herziening kennelijk ongegrond was, omdat de aangevoerde omstandigheden niet het ernstige vermoeden wekten dat het eerdere vonnis anders zou zijn uitgevallen. De aanvrage werd afgewezen, en de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling.