ECLI:NL:HR:2012:BV3402
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- M.A. Loth
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot cassatie inzake kinderalimentatie en draagkracht van de alimentatieplichtige
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vaststelling van kinderalimentatie. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Post, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 26 januari 2011 was gegeven. De verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.M. Meijroos, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof bevestigd en het beroep verworpen.
Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de criteria voor de beoordeling van kinderalimentatie en de draagkracht van de alimentatieplichtige verduidelijkt. De beslissing benadrukt dat niet elke klacht in cassatie leidt tot een heroverweging van de feiten en omstandigheden die door de lagere rechters zijn vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, wat bijdraagt aan de transparantie van de rechtspraak.