ECLI:NL:HR:2012:BV2866
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WSNP-verzoek zonder poging tot minnelijke regeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 maart 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van verzoekster, die een verzoek tot schuldsanering (WSNP) had ingediend. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank 's-Hertogenbosch en het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waartegen verzoekster in cassatie is gegaan. De rechtbank had op 22 juni 2011 een vonnis gewezen en het hof had op 30 september 2011 een arrest uitgesproken. De advocaat-generaal J. Wuisman had in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd, waarop de advocaat van verzoekster had gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op de WSNP en de vereisten voor een succesvolle aanvraag.