ECLI:NL:HR:2012:BV1910
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en boetebeschikkingen
In deze zaak gaat het om navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting die aan belanghebbende zijn opgelegd over de jaren 1991 tot en met 1998, met een verhoging van honderd procent van de nagevorderde belasting. Daarnaast zijn er navorderingsaanslagen en boeten opgelegd voor de jaren 1999 en 2000, waarbij ook heffingsrente in rekening is gebracht. De Inspecteur heeft de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Gerechtshof heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de navorderingsaanslagen, boeten en heffingsrente verminderd, waarbij gedeeltelijke kwijtschelding van de verhogingen is verleend. Belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, specifiek wat betreft de verhogingen voor de jaren 1991 tot en met 1998 en de opgelegde boeten voor de jaren 1999 en 2000. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende. Het verzoek van belanghebbende om veroordeling in de kosten van het ingetrokken beroep in cassatie van de Staatssecretaris is afgewezen. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen ook verwezen naar eerdere arresten en de noodzaak om de beoordeling van de boeten in de procedure na verwijzing opnieuw te bekijken.