ECLI:NL:HR:2012:BV1890
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en boetebeschikkingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende, X te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 februari 2011. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting over de jaren 1992 tot en met 2000, waarbij ook boeten en heffingsrente zijn opgelegd. De Inspecteur had de navorderingsaanslagen en de daarbij behorende verhogingen en boeten gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Hof heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de navorderingsaanslagen, boeten en heffingsrente verminderd, waarbij gedeeltelijke kwijtschelding van de verhogingen is verleend.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend en ook beroep in cassatie ingesteld, maar dit beroep later ingetrokken. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof in zijn uitspraak enkele belangrijke overwegingen uit eerdere arresten van de Hoge Raad niet in acht heeft genomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof voor wat betreft de verhogingen en boeten. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden en dat de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van belanghebbende wordt veroordeeld. Het verzoek van belanghebbende om kostenvergoeding in verband met het ingetrokken beroep van de Staatssecretaris is afgewezen. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is van belang voor de rechtsontwikkeling in het bestuursrecht en belastingrecht.