ECLI:NL:HR:2012:BV1875
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen en boeten in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan belanghebbende zijn opgelegd over de jaren 1990 tot en met 2000. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd procent van de nagevorderde belasting, zonder mogelijkheid tot kwijtschelding. Daarnaast zijn er boeten opgelegd en is heffingsrente in rekening gebracht. Na bezwaar tegen de navorderingsaanslagen heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, maar het Hof heeft de beroepen gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd. De navorderingsaanslagen, boeten en heffingsrente zijn verminderd en de verhogingen zijn gedeeltelijk kwijtgescholden. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, specifiek wat betreft de verhogingen voor de jaren 1990 tot en met 1997 en de opgelegde boeten voor de jaren 1998 tot en met 2000. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, waarbij de Hoge Raad de proceskosten heeft vastgesteld. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak voor het verwijzingshof om te beoordelen of de Inspecteur het bewijs heeft geleverd voor de opgelegde boeten en of deze boeten passend zijn in de gegeven omstandigheden.