ECLI:NL:HR:2012:BV1871
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen en boeten in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 1991 tot en met 2000. De belanghebbende, aangeduid als X, had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen die door de Inspecteur waren opgelegd, inclusief verhogingen en boeten. Het Hof had de beroepen van de belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, maar de Hoge Raad oordeelde dat het Hof in zijn beoordeling enkele belangrijke overwegingen had miskend.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en vernietigde de uitspraak van het Hof, specifiek wat betreft de verhogingen voor de jaren 1991 tot en met 1997 en de opgelegde boeten voor de jaren 1998 tot en met 2000. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, waarbij het Hof rekening diende te houden met de overwegingen van de Hoge Raad.
Daarnaast werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die in verband met de behandeling van het beroep in cassatie waren gemaakt. De Hoge Raad oordeelde dat de belanghebbende recht had op vergoeding van het griffierecht en bepaalde de hoogte van de kosten die de Staatssecretaris diende te vergoeden. Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling en de beoordeling van boeten in belastingzaken, vooral in het kader van de bewijsvoering door de Inspecteur.