ECLI:NL:HR:2012:BV1453

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02781
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en huurrecht met betrekking tot wanprestatie huurder

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over onrechtmatige daad en huurrecht. De eisers, [Eiseres 1] en [Eiser 2], hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een eindarrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 maart 2010 was gewezen. De zaak had betrekking op de vraag of de huurder wanprestatie had gepleegd en of de bestuurder van de verhuurder aansprakelijk kon worden gehouden voor de gevolgen daarvan. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en tussenarresten van het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers in hun cassatieberoep niet gegrond verklaard. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft de eisers bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van huurrecht en de aansprakelijkheid van bestuurders.

Uitspraak

20 januari 2012
Eerste Kamer
10/02781
EV/RA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats]
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. K.T.B. Salomons,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats], België,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 173163/HA ZA 07-591 van de rechtbank Breda van 13 juni 2007 en 16 januari 2008;
b. de arresten in de zaak HD 200.004.530 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 juni 2009 (tussenarrest) en 16 maart 2010 (eindarrest).
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren W.A.M. van Schendel, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 20 januari 2012.