ECLI:NL:HR:2012:BV0774
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens niet uitgekeerde bonusaanspraken en aansprakelijkheid van de bank
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een vordering van [eiser] tegen THE ROYAL BANK OF SCOTLAND N.V. (voorheen ABN AMRO BANK N.V.) betreffende niet uitgekeerde bonusaanspraken. De vordering betrof een aanvullende bonus over het jaar 2004, die door het hof was toegewezen, maar waartegen de bank in cassatie ging. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onbegrijpelijk had geoordeeld door te stellen dat de bank aansprakelijk was voor het niet uitkeren van de bonus, zonder essentiële stellingen van de bank in zijn oordeel te betrekken. De Hoge Raad verwierp het principale beroep van [eiser] en oordeelde dat de bank niet zonder enige toelichting de afspraak over de bonuspool voor één jaar kon wijzigen. Tevens werd geoordeeld dat de bank ervoor aansprakelijk was dat zij [eiser] had ontheven van bepaalde werkzaamheden zonder de consequenties daarvan met hem te bespreken. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof te Amsterdam en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad veroordeelde [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de bank waren begroot op € 5.886,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, en in het incidentele beroep op € 68,07 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.