ECLI:NL:HR:2012:BV0689

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04388
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake tussentijdse beëindiging op grond van de WSNP

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door twee verzoekers, echtelieden, tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof had op 27 september 2011 uitspraak gedaan in een zaak die betrekking had op de insolventie van de echtelieden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van het cassatieberoep. De verzoekers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat aan de Hoge Raad is gehecht. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 het cassatieberoep verworpen. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar door de raadsheer J.C. van Oven, en is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk en G. Snijders.

Uitspraak

27 januari 2012
Eerste Kamer
11/04388
RM/AK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Verzoekster 1],
2. [Verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. M.S.M. Dietz de Loos-Schrijver.
Verzoekers zullen hierna ook worden aangeduid als de echtelieden.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met de insolventienummers 09/186 R en 09/187 R van de rechtbank Breda van 4 mei 2011,
b. het arrest in de zaak HV 200.087.126/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 september 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben de echtelieden beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 27 januari 2012.