ECLI:NL:HR:2012:BV0660
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ondernemerschap bij belastingplichtigen met een arbeidshandicap
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 10 mei 2011, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. De Inspecteur had de aanslag na bezwaar gehandhaafd, waarna de Rechtbank te Leeuwarden het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad behandelt de klachten van belanghebbende, die onder meer aanvoert dat het Hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Belanghebbende, die een arbeidshandicap heeft en slechts één dag per week kan werken, stelt dat voor het bestaan van een onderneming in zijn geval niet de eis mag worden gesteld dat van de activiteiten redelijkerwijs voordeel is te verwachten. De Hoge Raad oordeelt echter dat voor de beoordeling of sprake is van een onderneming in de zin van artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, voor personen met een arbeidshandicap geen andere criteria gelden dan voor personen zonder handicap. De Hoge Raad concludeert dat de klachten falen en dat de opvatting van belanghebbende onjuist is.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president Overgaauw en de raadsheren Punt en Van Loon, en openbaar uitgesproken op 13 januari 2012.