ECLI:NL:HR:2012:BV0619
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring van tentamens wegens fraude en de toerekenbaarheid aan de hogeschool
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ongeldigverklaring van tentamens van een student aan de Hogeschool. De student, aangeduid als [eiser], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 1 juni 2010 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 30 juli 2008. De kern van de zaak betreft de vraag of de hogeschool toerekenbaar tekortgeschoten is in haar zorgplicht jegens de student, die zijn tentamens ongeldig verklaard zag wegens fraude. De Hoge Raad oordeelt dat de weigering van de hogeschool om toelating tot tegenbewijs te verlenen niet onjuist of onbegrijpelijk is, en dat de klachten van de student niet tot cassatie kunnen leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-Van Gent strekt tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgt deze conclusie. Het principale beroep van de student wordt verworpen, en het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep van de hogeschool komt niet aan de orde. De Hoge Raad veroordeelt de student in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de hogeschool zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.