ECLI:NL:HR:2012:BV0612
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging koopovereenkomst na vervallen voorkeursrecht gemeenten
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een koopovereenkomst met betrekking tot een perceel grond in Werkhoven, gemeente Bunnik, waarop een voorkeursrecht rustte. De koopovereenkomst werd op 8 juni 2007 gesloten tussen de verzoekers en BAM Vastgoed B.V. en [verzoekster 4]. Op dezelfde dag werd de koopovereenkomst ingeschreven in de openbare registers. De overeenkomst zou van rechtswege eindigen als de leveringsakte niet binnen zes maanden na inschrijving werd ingeschreven. De levering heeft echter nooit plaatsgevonden.
Ten tijde van de koopovereenkomst rustte er een voorkeursrecht van de gemeente Bunnik op het perceel, dat was gevestigd voor de duur van maximaal twee jaar. Dit voorkeursrecht werd op 9 februari 2010 vervallen verklaard. De gemeente verzocht de rechtbank om de koopovereenkomst nietig te verklaren, omdat deze was gesloten met de kennelijke strekking om het voorkeursrecht te omzeilen. De rechtbank verklaarde de koopovereenkomst nietig, en het hof bekrachtigde deze beslissing.
In cassatie werd door de Hoge Raad beoordeeld of de gemeente het recht had om de nietigheid van de koopovereenkomst in te roepen, ondanks het feit dat het voorkeursrecht inmiddels was vervallen. De Hoge Raad oordeelde dat de beoordeling van de nietigheid van de rechtshandeling moet plaatsvinden op het moment van de rechtshandeling zelf, en niet op het moment van het inroepen van de nietigheid. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat de gemeente ook na het vervallen van het voorkeursrecht de koopovereenkomst kon aanvechten, omdat de dreiging van aantasting van het voorkeursrecht bijdraagt aan de effectieve werking ervan. De verzoekers werden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.