ECLI:NL:HR:2012:BV0278
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- C.H.W.M. Sterk
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over terbeschikkingstelling van onroerende zaken en aandelen in vennootschap
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X uit België tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2001. De belanghebbende had de blote eigendom van onroerende zaken geërfd en hield aandelen in een vennootschap die het vruchtgebruik van deze onroerende zaken had. De Inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd, die na bezwaar door de Rechtbank te Breda werd vernietigd. De Inspecteur ging in hoger beroep, maar het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en handhaafde de navorderingsaanslag. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de onroerende zaken door belanghebbende ter beschikking zijn gesteld aan de vennootschap in de zin van artikel 3.92 Wet IB 2001. De Hoge Raad bevestigt dat de wetgever met de ruime uitleg van het begrip 'ter beschikking stellen' ook situaties als deze in het oog heeft gehad, waarbij een vennootschap het vruchtgebruik verwerft en de aanmerkelijkbelanghouder de blote eigendom. Het Hof heeft bovendien terecht geoordeeld dat de fiscale behandeling van belanghebbende niet onterecht afwijkt van die van zijn zusters, aangezien belanghebbende een aanmerkelijk belang in de vennootschap heeft.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president Overgaauw en de raadsheren Bavinck, Sterk, Van Loon en Fierstra, en openbaar uitgesproken op 16 maart 2012.