ECLI:NL:HR:2012:BU9885
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ondercuratelestelling en cassatie tegen beschikking van het gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot ondercuratelestelling. De zaak is aanhangig gemaakt door de verzoeker, die in cassatie ging tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De beschikking van het hof was eerder gegeven op 6 april 2011 en betrof een verzoek tot ondercuratelestelling op basis van artikel 1:378 lid 1, onder a, van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank en het hof, die aan de huidige beschikking zijn gehecht.
De advocaat van de verzoeker, mr. P. Garretsen, heeft het cassatierekest ingediend, waarop het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Asperen, heeft gereageerd met het verzoek om het beroep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, was eveneens gericht op verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van de regels omtrent ondercuratelestelling en de toetsing van eerdere beschikkingen door hogere rechters betreft.