ECLI:NL:HR:2012:BU9855
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Wederzijdse fouten bij bemiddeling in de verkoop van melkquota en informatieplicht van opdrachtgever
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, hebben de eisers, [Eiser 1] en [Eiser 2], een melkveehouderij gehad en WLTO Makelaardij B.V. (thans LTO Vastgoed B.V.) ingeschakeld voor de bemiddeling bij de verkoop van hun melkquota. De eisers hebben in 2001 de eerste helft van de koopsom ontvangen, maar er is geen omzetbelasting in rekening gebracht. Dit leidde tot een geschil over de aansprakelijkheid van WLTO voor de schade die de eisers hebben geleden door het nalaten van WLTO om de juiste informatie te verstrekken over de omzetbelasting. De rechtbank oordeelde dat WLTO aansprakelijk was, maar het hof vernietigde dit oordeel en wees de vordering van de eisers af, waarbij het hof oordeelde dat de eisers ook een informatieplicht hadden. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en geoordeeld dat het hof de wederzijdse fouten van partijen had moeten meewegen en de schade had moeten verdelen in verhouding tot de mate van schuld van beide partijen. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft LTO Vastgoed B.V. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.