ECLI:NL:HR:2012:BU9217
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over loonvordering en totstandkoming arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een loonvordering en de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 25 mei 2010 was gewezen. De verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A.A. Duk, had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Almelo van 26 augustus 2008.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was dat het cassatieberoep moest worden verworpen op basis van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 771,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel.