ECLI:NL:HR:2012:BU9210
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-tijdige betaling griffierecht en hardheidsclausule
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij de vrouw, verweerder in cassatie, een verweerschrift had ingediend dat te laat was betaald. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin een regeling inzake zorg- en opvoedingstaken was afgewezen. De vrouw had op 31 mei 2011 haar verweerschrift ingediend, maar het griffierecht was pas op 30 juni 2011 voldaan, terwijl de termijn voor betaling op 28 juni 2011 was verstreken. De Hoge Raad oordeelde dat de redenen die de advocaat van de vrouw aanvoerde om een beroep te doen op de hardheidsclausule niet voldoende waren om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De advocaat had aangevoerd dat de nota voor het griffierecht verwarrend was en dat een medewerker van het kantoor van de advocaat tijdelijk arbeidsongeschikt was. De Hoge Raad stelde echter vast dat het de verantwoordelijkheid van de advocaat was om tijdig zorg te dragen voor de betaling van het griffierecht. De Hoge Raad besloot dat het verweerschrift van de vrouw niet betrokken kon worden bij de behandeling van het cassatieberoep, en verwees de zaak naar de rol voor dagbepaling conclusie Procureur-Generaal.