ECLI:NL:HR:2012:BU7364
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging kinderalimentatie en beoordeling van draagkracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De verzoeker, een man wonende in België, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De man verzocht om een aanpassing van de kinderalimentatie op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij hij stelde dat zijn draagkracht door onredelijk hoge woonlasten was aangetast. De vrouw, de verweerder in cassatie, heeft geen verweerschrift ingediend en was niet verschenen tijdens de procedure.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Breda en het gerechtshof, die beide in het voordeel van de vrouw waren. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die door de man zijn aangevoerd in zijn cassatieberoep niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van de man, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de vice-president van de Hoge Raad, W.A.M. van Schendel, en de beslissing is genomen door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion.